Rond 1870 besloot de gemeenteraad van Mechelen-aan-de-Maas om een nieuwe school "omtrent de kerke' te bouwen. In het schooljaar 1871-1872 konden de klassen in gebruik genomen worden.
Maar in 1879 kwam plots een einde aan het rustige schoolleven. De ongelukswet van vrijmetselaar en liberale minister Pierre van Humbeek besliste dat enkel onderwijzers uit de Rijksnormaalscholen mochten lesgeven. Godsdienst werd zelfs uit het lessenrooster geschrapt.
De lokale deken Geukens moest op zoek naar een nieuwe school. Dat lukte via de familie Booten die een huis te huur stelden. Aan de start van het nieuwe schooljaar, kozen de Mechelaren vanzelfsprekend ervoor om hun kinderen naar de school van hun deken te sturen en dat tot ergernis van de liberale burgemeester Pieter Hermans. Hij reageerde nog tevergeefs met een opschrift "Catholieke School' op de gevel, maar helaas. Het schoolgebouw werd nog amper gebruikt.
De spanningen sleepten aan, maar na het overlijden van de burgemeester en de verplaatsing van deken Geukens naar Herk de Stad, keerde de rust weer. Nadat – en dan zijn we een hele tijd verder – de jongens voor de Oefenschool in het nieuwe Heilig-Hartinstituut kozen en de meisjes in het klooster van de Zusters van Maria Opdracht terecht konden, verloor de gemeenteschool haar betekenis als school. Tot op vandaag blijft het gebouw een "thuis" voor de jeugd met jeugdhuis ’t Alibi.
Het rechtse schoolgebouw dient vandaag trouwens als zaaltje van fanfare Sint-Cecilia, één van de oudste fanfares in ons land en mede-opgericht door de vader van dokter Hauben in 1846.
't Alibi is vandaag een jeugdhuis.