"Of ik een kunstenaar ben of vormgever? It's a ROEL"

“Ik ben afkomstig van Hasselt, mijn vrouw van Beringen, maar in Maasmechelen hebben we zowel professioneel als privé onze stek gevonden”, zegt Roel Vandebeek. Hij is zaakvoerder van Depot des Arts – een multidisciplinair centrum voor architectuur, interieurinrichting en productdesign – en ontwerper met een internationale renommee. Op zijn cv staan heel wat binnen- en buitenlandse onderscheidingen.

Van Albert Einstein bestaan tientallen snedige aforismen. Onmogelijk om er dé quote uit te pikken, maar zijn uitspraak over scheppingsvermogen komt aardig in de buurt: Creativity is intelligence having fun. Als je met Roel Vandebeek (52) praat over zijn beroep en passie, krijg je onvermijdelijk de indruk dat die drie begrippen – creativiteit, intelligentie en fun – bij hem onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. “Elke dag geniet ik van de kruisbestuivingen die hier plaatsvinden”, benadrukt hij.

Zijn Depot des Arts stelt een dertigtal mensen tewerk. Hijzelf is verantwoordelijk voor productdesign, zijn echtgenote Ingrid voor interieurinrichting en zijn schoonbroer Frank Jaspers – samen met twee andere vennoten – voor architectuur. “Wij zijn met zijn drieën gestart. Het was nooit de bedoeling om zo groot mogelijk te worden, maar wel om zoveel mogelijk klanten tevreden te stellen. Daarvoor moet je veel knowhow in huis hebben. Niet alleen voor het creatieve proces, maar ook voor het tekenwerk, vergunningen en andere administratieve verplichtingen.”

Roel Vandebeek studeerde productdesign aan de toenmalige hogeschool SHIVKV in Genk. “Ik kreeg daar les van iconen als Piet Stockmans en Hugo Duchateau, docenten aan wie ik veel te danken heb. Ze hebben me allemaal gevormd tot wie ik ben. Ik heb trouwens nog altijd contact met hen.”

 

Vijf jaar geleden bracht je een boek op de markt met de naam It’s a Roel, tevens de naam van je productlabel. Opmerkelijke keuze.

“Geregeld kreeg ik de vraag: ben je nu een productdesigner of een kunstenaar? Ik moest het antwoord altijd schuldig blijven. Nu eens maak ik een installatie, dan weer een industrieel product. Maar vaak is de scheidingslijn tussen een gebruiksobject en een artistiek voorwerp heel dun. Daarom dacht ik: weg met de hokjes, ik laat de gebruiker of toeschouwer gewoon weten dat het een creatie van mijn hand is. Het is niet de maker die bepaalt of iets kunst is of niet. Dat maakt de buitenwereld wel uit. Vandaar mijn standaardreactie: Is it art? Or is it design? It doesn’t matter, it’s a Roel.”

 

Wat is voor jou het verschil tussen kunst en design?

“Ik ben geneigd om te zeggen dat design gaat over producten die in serie gemaakt worden en dat kunst te maken heeft met uniciteit, maar misschien is dat te simplistisch. Om maar wat te zeggen: een lithografie wordt in serie gemaakt en geldt toch als een vorm van kunst. Daarom neem ik voor het antwoord op je vraag mijn eigen situatie als uitgangspunt: een kunstenaar vertrekt van zijn levensvisie. Ik ga uit van de vraag en de identiteit van de opdracht of de opdrachtgever, zeg maar vanuit een uitdaging die ik kan oplossen of vertalen met vormgeving.”

 

Je gaat uit van de vraag en de identiteit van de opdrachtgever, zeg je.

“Een tijdje geleden werkte ik samen met studenten elektronica en verpleegkunde van hogeschool UCLL om voor bewoners van woonzorgcentrum Toermalien in Genk een dementieharp te ontwikkelen. Dat is een voorwerp met dikke snaren, die bij aanraking  – ik zeg maar wat – muziek of een vogelgeluid voortbrengen. Vooraf gebeurde daar heel wat onderzoek naar, maar vaak wordt met de resultaten van zo’n onderzoek weinig gedaan. In dit geval was ik de vertaler van alle facetten die door de studenten werden bestudeerd en uitgewerkt op papier. Een eenvoudiger voorbeeld: jaren geleden stelde ik vast dat onze zoon vaak moeite had om zijn sokken onmiddellijk goed aan te trekken. Wat heb ik daarmee gedaan? Een sok ontworpen met in het midden een lijntje, zodat hij meteen wist of ze goed zat of niet.”

 

Kan het zijn dat we design mogen definiëren als functioneel en kunst als niet-functioneel?

“Kunst kan ook functioneel zijn. Niet in de zin van geschikt voor dagelijks gebruik, maar wel als geestelijke voeding. Dat vind ik even noodzakelijk als eten en drinken. Je haalt er inspiratie en kracht uit.”

 

Waar staat duurzaamheid in jouw professionele pikorde?

“Voor ons is dat het olympische minimum. Het is maar logisch dat je zoveel mogelijk ecologische materialen gebruikt of dat je iets wil creëren met het afval van een productieproces. Het Deense designmerk WOUD gaf me onlangs een recyclage-opdracht, maar ik stelde het systeem van precycling voor, een andere kijk op duurzaamheid. Het komt erop neer dat je het afval reduceert door de grondstof efficiënter te gebruiken. Een eenvoudig voorbeeld: als ik een bijzettafeltje maak in de vorm van een cilinder, haal ik uit de zijwand een cirkel en gebruik ik die als tafelblad. Dan heb je eigenlijk zero waste.”

 

Als je aan duurzaamheid denkt, denk je haast automatisch aan natuurlijke materialen. Kan de natuur jou inspireren?

“Ken je het begrip biomimicry? Dat is de toepassing van ideeën die je in de natuur opdoet. Dat kan gaan over materialen, constructies, kleuren, vormen. Mijn vrouw en ik wonen naast onze kantoren, maar binnen de halve minuut zitten we in de natuur van Maasmechelen. Daar kunnen we zó van genieten. We springen op de fiets en verwonderen ons tijdens onze tochten over de schoonheid van de Maas en alles wat daarmee samenhangt. Door die impressies heb ik in mijn hoofd een soort bibliotheek opgebouwd. Dat kan een plant zijn die een andere overwoekert of een afgeknapte boom, heel gewoon. Vroeg of laat kunnen die details of elementen als inspiratie dienen voor een nieuw ontwerp.”

 

In het Rivierpark Maasvallei, waarvan een deel op het grondgebied van Maasmechelen ligt, wordt een project met kunst in de openbare ruimte ontwikkeld. Ben jij pro land art? Door de grootsheid van de natuur wordt er vaak overheen of naast gekeken.

“Ja, maar toch vind ik landschapskunst heel zinvol. Als je het wil zien, zie je het. Kunst in de openbare ruimte moet wel een verrassingseffect hebben, aanzetten tot nadenken én geplaatst worden met respect voor de omgeving.”