“Het Nationaal Park is een van de laatste gebieden waar je verloren kan lopen.”

“Een natuurpark is de beste bank ter wereld. Iedere geïnvesteerde euro brengt tien euro op voor de lokale samenleving”, zegt Ignace Schops. Een gekruide uitspraak, maar de 58-jarige directeur van Regionaal Landschap Kempen en Maasland heeft recht van spreken. In 2008 ontving hij de Goldman Environmental Prize – ook wel de Groene Nobelprijs genoemd – voor zijn baanbrekend werk bij de realisatie van het Nationaal Park Hoge Kempen. Een gesprek met een bevlogen natuurbeschermer.

Hij is lid van het Climate Leadership Corps van de Amerikaanse ex-vicepresident en klimaatactivist Al Gore. In 2009 riep het Europees Parlement hem uit tot internationaal ambassadeur van de biodiversiteit. Van 2014 tot 2021 – de maximale mandaatlengte – was hij voorzitter van Europarc Federation, een vereniging die alle nationale parken van Europa overkoepelt. Het is maar een greep uit een lange lijst van referenties. En zei  VRTnieuwsanker Hanne Decoutere in een interview onlangs niet dat hij wordt bewonderd door David Attenborough, Jane Goodall en de al genoemde Al Gore? Kortom, Ignace Schops heeft een luide stem in het klimaatdebat en laat die horen waar het ook maar enigszins kan.
“Omdat het nodig is. There’s no business on a dead planet”, zegt hij. “Economie zonder een gezonde planeet is niet haalbaar. Probeer maar eens tomaten te kweken in de woestijn. Dat gaat niet lukken, hè. Vergelijk het met het menselijke lichaam, dat ongeveer 150 miljard levensvormen bevat. De meeste zijn geweldige beestjes en houden ons in leven. Maar er zitten ook rotzakjes tussen. Virussen zoals corona, bijvoorbeeld. Die bestrijden we met alle middelen om het menselijke ras in stand te houden. Als we praten over biodiversiteit, dan hebben we het dus over onszelf. Helaas neemt ook de lichaamsbiodiversiteit af, net zoals bij de bloemetjes en de bijtjes.”

Maar de bewustwording daarrond lijkt toe te nemen.

“Dat blijkt niet uit de cijfers. Zowel wereldwijd als lokaal neemt de biodiversiteit af. Elke dag komen er in Vlaanderen vijf hectaren bebouwde oppervlakte bij. In de bewustwording hebben we absoluut stappen gezet, maar sta me toe om nog eens een Engels spreekwoord te gebruiken: It’s not what you say, but what you do. Nu moeten we iets gaan dóen. Dat is niet makkelijk. Vergelijk het met corona. Daar liggen oorzaak en gevolg kort bij elkaar. Je wordt ziek, je krijgt het virus en je gaat misschien dood. Klimaatverandering daarentegen is een sluipmoordenaar, die met de glimlach binnenkomt. Tegelijk wurgt hij ons zonder dat we het merken.”

 

Iets anders, maar toch nauw aansluitend: het Nationaal Park Hoge Kempen is het eerste nationaal park van Vlaanderen. Vijf jaar geleden sprak je over uitbreidingsplannen. Hoe zit het daarmee?

“Het Nationaal Park werd opgericht in 2006 en bestreek toen een oppervlakte van zesduizend hectaren, waarvan ongeveer de helft in Maasmechelen. Naar aanleiding van de tiende verjaardag organiseerden we een event waarop alle streekholders – politici, natuur- en toeristische organisaties … – uitgenodigd waren. Ik heb toen drie wensen uitgesproken: het Nationaal Park moet twee keer zo groot, twee keer zo mooi en twee keer zo sterk worden. Concreet: een verdubbeling van de oppervlakte van zes- naar twaalfduizend hectaren met een uitbreiding van zes naar tien gemeenten. Binnen het halfuur was iedereen het erover eens dat we dat moesten doen. En voilà, daar zijn we nu volop mee bezig. Binnen die uitbreiding bestrijkt Maasmechelen nog altijd een kwart van de oppervlakte. En vergeet niet dat Maasmechelen ook een deel van het landschapspark Rivierpark Maasvallei op zijn grondgebied heeft. In de Benelux zijn er weinig gemeenten die kunnen zeggen dat ze twee hoogwaardige natuurprojecten binnen hun grenzen hebben.”

 

Je hebt al vaker gezegd dat natuur een intrinsieke waarde heeft, maar heel wat besluitvormers zetten vooral de socio-economische return in de verf. Met andere woorden: investeringen in natuurprojecten moeten volgens hen ook iets opbrengen.

“De intrinsieke waarde is nochtans onschatbaar. Daar hoeft geen return tegenover te staan, maar daar overtuig je beleidsmakers niet mee. Het enige wat helpt, is inderdaad hameren op de socio-economische waarde. Vergelijk het met cultuur. Als een schilderij van Vincent van Gogh geen miljoenen waard was, dan was het misschien allang opgebrand. De Engelsen zeggen dat zo mooi: ‘Value is in the eye of the beholder’. Wij mensen geven waarde aan iets. De wolf, de eekhoorn en de boomkikker weten niet hoe belangrijk zij zijn. Dat bepalen – of in dit geval een beter woord – ervaren wij.

Om op je vraag terug te komen: in de eerste orde – de beginoppervlakte van zesduizend hectaren – genereerde het Nationaal Park een jaaromzet van 191 miljoen euro en vijfduizend jobs. Investeren in natuur is het nieuwe verdienmodel. Kijk naar de toename van het aantal dichtbijvakanties, vooral tijdens en na corona. Limburg heeft daarbij een gigantische troef. Veertig procent van de natuur in Vlaanderen bevindt zich in onze provincie en negentig procent van de Vlaamse fauna en flora tref je ook aan in Limburg. Dankzij de inspanningen van alle partners in de afgelopen dertig jaar is de biodiversiteit verdrievoudigd.”

 

De dagelijkse realiteit wijst uit dat nog lang niet iedereen mee is in het verhaal. Denk aan het individuele verhaal van het PFOS-schandaal in Zwijndrecht en collectieve onachtzaamheid, zoals sluikstorten en onoordeelkundig gebruik van water bij felle droogte.

“Ik heb het daarover in mijn boek Gered door de boomkikker, dat eerder dit jaar verscheen. Daarin stel ik de vraag: wat is een gezonde samenleving? Ik ben op dat vlak een grote aanhanger van de Ubuntu-filosofie, een denkwijze uit het zuidelijke deel van Afrika. De kern daarvan is solidariteit: ik ben omdat wij zijn. Wij kunnen alleen gelukkig zijn als anderen dat ook zijn. Op die manier zijn we allemaal met elkaar verbonden en hoeft niemand afgunstig te zijn. Toegepast op de natuur: waarom zouden we Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen vragen om het Regenwoud te beschermen als we onze eigen achtertuin niet onderhouden? Zo moeilijk kan dat toch niet zijn? In vergelijking met de rest van de wereld heeft Vlaanderen een zakdoekennatuur. De gemiddelde oppervlakte van een Vlaams natuurgebied is één hectare. Het Nationaal Park is een van de laatste gebieden waar je verloren kan lopen.”

 

Denk je dat België de klimaatdoelstellingen gaat halen?

“Ik heb geen glazen bol, maar als we dat goed aanpakken, worden we daar een pak beter van. Het fijne daarvan is dat de geschiedenis ons dat leert. Tijdens de Industriële Revolutie – meer bepaald bij de uitvinding van de ontploffingsmotor – was België toonaangevend in de wereld. We hebben daar honderd jaar de vruchten van geplukt. Als we nu plaatsnemen in de cockpit van de klimaattransitie, gaan we daar minstens honderd jaar profijt van hebben. Die koudwatervrees moeten we echt achterwege laten.”

 

Maar nog eens: zijn de beleidsmakers daar voldoende mee bezig?

“Twee problemen. Het eerste: de individualisering van de kwestie. Aaah, Jef of Louis, ga jij nog met het vliegtuig op vakantie? Of: Anja, je hebt nog altijd geen ledlampen?

Niet goed bezig, hè. Ik zeg niet dat het individu zijn verantwoordelijkheid niet moet opnemen, maar de systemische verandering is des overheids. De overheid moet ervoor zorgen dat wij als individu op een zo duurzaam mogelijke manier leven en daarvoor de omstandigheden creëren. Tweede probleem: de politisering van het onderwerp. Ik heb het geluk dat ik af en toe met Al Gore mag praten. Jaren geleden zei hij me dat hij als ex-politicus met zijn ophefmakende film An inconvenient truth het thema politiseerde zonder dat hij het besefte. Hij had een punt. Hij was Democraat, de Republikeinen moesten sowieso tegen zijn. Klimaat en biodiversiteit worden vaak in de linkse hoek geduwd, terwijl de planeet niets met politiek te maken heeft. Die is van ons allemaal.”

 

Word je soms niet moedeloos als je ziet dat haast iedere klimaatmaatregel weerstand opwekt?

“Absoluut niet. Dat komt omdat ik de natuur zo’n geweldig fenomeen vind. Ze werkt voor ons, zelfs als je niet van haar houdt. Zuiver water, propere lucht, de kleinste micro-organismen … Daar zorgt ze voor, ondanks de tegenwerking van de mens. En ze stuurt daar geen factuur voor. Ze maakt ons zelfs gelukkig als we het niet willen. Ze maakt ook geen sociaal onderscheid. Zwart of blank, rijk of arm, geletterd of ongeletterd, dat maakt allemaal niet uit. Ik vind dat onwaarschijnlijk geweldig. Wij zien haar helaas niet als een fabriek die voor ons werkt.”

 

Hoe verklaar je dat?

“Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat we dat verhaal te weinig verteld hebben. De natuurjongens en -meisjes waren bezig over de zeearend en de orchidee, maar realiseerden zich te weinig dat alles met alles verbonden is. We hebben de natuur opgesloten in reservaten, zoals de indianen. We denken in hokjes, maar zo functioneert de wereld niet. Natuur, klimaat, gezondheid, economie, landbouw en noem maar op, dat hangt allemaal aan elkaar. Maar hoe wordt er vaak geredeneerd? Die groene, laat die met zijn kikvorsen bezig! Ik neem Koen Vanmechelen als voorbeeld. Voor veel mensen is dat die met zijn kippen. Ze nemen niet de tijd om zich eens af te vragen wat hij allemaal doet. Ik geloof heilig in de kracht van bewustmaking, maar de samenleving moet er natuurlijk ook voor openstaan.”