“Inspiratie vind ik in de natuur van Maasmechelen”

Hij stond afgelopen zomer op de mainstage van Tomorrowland, tekende een contract bij het platenlabel van het Boomse dance-event en heeft al een theatershow op zijn palmares. Producer en dj Gianmarco Cellini (25) wordt een internationale toekomst voorspeld. “Inspiratie voor mijn muziek vind ik in de natuur van Maasmechelen”, zegt hij.

“De ruwste Belgische diamant” blokletterde een Vlaamse krant drie jaar geleden boven een artikel over Gianmarco Cellini. Inmiddels is die diamant al behoorlijk geslepen, getuige daarvan zijn agenda die ieder jaar steeds beter gevuld raakt. Nochtans is hij nog relatief nieuw in de wereld van techno. “Pas een jaar of vijf geleden begon ik te draaien op feestjes”, zegt de Italo-Belg. Voordien liet vrijwel niets vermoeden dat hij het zou maken in de muziekwereld.

Was hij niet voorbestemd om in de horeca te stappen? Zijn oma Lidia Felicetti opende bijna een halve eeuw geleden op de Rijksweg in Maasmechelen restaurant Da Lidia. Zijn vader stapte later mee in de zaak, trok vervolgens naar Maasmechelen Village om daar een succesvolle pizzeria te openen en staat vandaag achter het fornuis van Osteria Cellini in Leut. Gianmarco stond klaar om als vertegenwoordiger van de derde generatie in de potten te roeren, maar de liefde voor muziek haalde het van zijn culinaire belangstelling.

 

“Maar er is wel degelijk een oorzakelijk verband tussen de passie van mijn vader en wat ik nu doe”, verduidelijkt hij. “Reeds een jaar of dertig geleden ging papa op het Nederlandse muziekfestival Pinkpop koken voor de pers en de gasten. Ik zat nog in de buggy toen hij me voor het eerst meenam. Ik mocht mee achter het podium en was onder de indruk van de tourbussen. Later zag ik groepen als Rammstein, Metallica en Rage Against the Machine.  Gaandeweg begon ik festivals steeds leuker te vinden. Als ik nu moet kiezen tussen een optreden op een festival of in een club, dan kies ik resoluut voor het eerste.”

 

In volle coronaperiode ging Gianmarco Cellini op tournee met Carbone, een theatershow met beeld, licht, muziek en dans rond de Italo-Belgische migratie. Hij stak die volledig zelf in elkaar. “Jarenlang was ik me niet bewust van mijn Italiaanse roots. Ik dacht dat de hele wereld eruitzag zoals Maasmechelen. Pas in het middelbaar merkte ik dat ik Italiaanser was dan ik dacht. Toen ik in Brussel ging studeren, stelde ik vast dat maar heel weinig niet-Limburgers op de hoogte waren van het mijnverleden van onze provincie. Als ik daarover vertelde, keken ze verbaasd en luisterden ze met grote interesse. Dat zette me aan het denken. Die geschiedenis mocht ik niet verloren laten gaan.”

 

“De dood van mijn beide opa’s in 2019 – de ene stierf in augustus, de andere in november – maakte die overtuiging nog groter. Ik voelde dat ik me moest haasten, want de migranten van de eerste generatie werden letterlijk een uitstervend ras. De voorstelling was een eerbetoon aan iedereen die zijn land achterliet voor een betere toekomst. Het was ook een verkenning van mijn dubbele identiteit en nationaliteit. Ik dook in de familiegeschiedenis en ontdekte heel wat mooie verhalen. Eén anekdote vond ik bijzonder treffend. Toen een van mijn beide opa’s naar België vertrok, kocht hij nieuwe schoenen. Tijdens de voettocht van zijn dorp naar het station durfde hij die niet dragen, uit schrik dat ze beschadigd zouden zijn als hij in Luik aankwam. Hij wilde immers een goede indruk maken op zijn gastland, terwijl hij niet eens wist waar hij zou gaan werken.”

 

Gianmarco Cellini benadrukt dat hij een trotse Maasmechelaar is. “Sommige mensen ontgroeien hun dorp als ze hun vleugels uitslaan. Bij mij is dat net omgekeerd. Ik woon deels in Antwerpen, maar ik ben me altijd en overal bewust van mijn afkomst. Hoe groter mijn wereld wordt, des te meer ik mijn roots koester. Ik zei het al, dat besef is er gekomen in mijn Brusselse periode. Ik studeerde daar innovatiemanagement, maar ik heb die studie niet afgemaakt. De dag na Pukkelpop had ik herexamen. Ik ben dat niet gaan afleggen, maar ik heb daar nooit spijt van gehad.”

 

Aan zijn interesse voor elektronische muziek ging een instrumentale periode vooraf. “Ik heb in een bandje drums en mondharmonica gespeeld, maar rond mijn zestiende ben ik begonnen met muziek maken op computer. De trigger was een feest in Genk, waar Kiani & His Legion speelde. Dat is het muzikale alter ego van Thomas Neyens, professor statistiek aan UHasselt. In zijn vrije tijd is hij gepassioneerd door experimentele housemuziek. Hij heeft mijn ogen geopend voor elektronische muziek.”