Via Moskou naar het Oosten, van Boedapest naar Wenen. Het onvolprezen Roeland Hendrikx Ensemble neemt ons mee op een kleurrijke trip. Erkend door beroemde tijdgenoten als Rimski-Korsakov en Tsjaikovski loopt de muzikale carrière van de Rus Aleksandr Glazunov als een trein. In 1886 schrijft hij het weids en dromerig klinkende kwintet Rêverie Orientale. Rezsō Kókai blijft als Hongaarse (film-)componist dicht bij zijn eigen identiteit. Zijn Quartettino voor klarinet, viool, altviool en cello is doordrongen van melodieën en ritmes uit de Hongaarse folklore. Precies die bijzondere muzikaliteit fascineerde ook de Duitse componist Johannes Brahms. Hij hoorde de Hongaarse gipsymuziek voor het eerst in 1848, toen de Hongaren tijdens de Hongaarse revolutie via Hamburg naar de VS vluchtten. De invloed is duidelijk aanwezig in Brahms’ Hongaarse dansen, maar de onregelmatige ritmes en rubato kleuren ook zijn later werk. Brahms, die zich inmiddels in Wenen had gevestigd, verweefde het met zijn andere liefde: de classicistische stijl. Dat het klarinetkwintet uit 1891 - één van de grootste meesterwerken van de kamermuziek - er is, hebben we te danken aan klarinettist Richard Mühlfeld. Brahms had immers zijn pen al neergelegd, maar nadat hij het klarinetspel van bovengenoemde hoorde, kon hij niet anders dan het componeren weer opnemen. Kom genieten van dit bijzondere programma!