“Eekhoorntjesbrood zoeken in de Maasmechelse natuur, zalig”

Als er iets is waarvoor ontzettend veel Belgen de Italiaanse gemeenschap in ons land dankbaar zijn, dan is het wel de mediterrane keuken. In Maasmechelen was restaurant Da Lidia – volgend jaar bestaat het een halve eeuw – de onbetwiste baanbreker. Lidia Felicetti liet haar gasten kennismaken met de kooktraditie uit haar land van herkomst. Zoon Marco (61) zet die verder in Leut.

Een quote uit de culinaire gids Gault&Millau 2022: “Marco Cellini zet vol bravoure een authentieke Italiaanse keuken neer, die hij in zijn gekende gepassioneerde stijl vormgeeft.” Authentiek en gepassioneerd. Twee adjectieven die bij de karakterisering van een persoon zo vaak gebruikt worden dat ze belegen gaan klinken, maar de chef en eigenaar van Osteria Cellini in Leut mag die eigenschappen zonder blos claimen. En misschien is 'gepassioneerd' zelfs een understatement. Dat blijkt als tijdens het gesprek de truffelleverancier langskomt. Als Marco de doos opent, verschijnt een glimlach van oor tot oor op zijn gezicht. De aanblik van enkele tientallen zwarte zwammen maakt hem gelukkig. “Een mooi product, daar word ik blij van”, zegt hij enthousiast. En ook zijn authenticiteit blijkt geen overdrijving. Semplice e buono, is zijn kookdevies. Simpel en goed, daarvoor zit je in Osteria Cellini op de juiste bestemming.

 

“De liefde voor koken kreeg ik mee van mijn moeder. Zij kwam in 1952 uit de Marche naar België, samen met haar moeder, zus Mafalda en broers Osvaldo en Italo. Een paar jaar later ontmoette ze hier mijn vader, die uit hetzelfde dorp afkomstig was. Toen hij begin jaren zeventig een longziekte kreeg, moest er brood op de plank komen. Dat was de start van Da Lidia. Geleidelijk kwam ik samen met mijn broer Vincenzo en mijn zus Elvira in de zaak. Ik in de keuken, zij met zijn tweeën in de bediening. Halfweg de jaren negentig nam ik de plaats van mijn moeder over. Dat liep goed, maar in 2001 sloeg het noodlot toe. Vincenzo werd ziek en overleed op amper 41-jarige leeftijd.” In 2005 verliet Marco Da Lidia om in Maasmechelen Village een nieuwe zaak te beginnen. Tien jaar geleden sloot hij de deuren om zichzelf een sabbatjaar te gunnen, maar dat ene jaar werden er drie. “Op zeker ogenblik begon het weer te kriebelen. Toen Alex Clevers van restaurant Vivendum in Dilsen-Stokkem zijn tweede zaak (Neuta in Leut, nvdr) wilde verkopen, was ik helemaal overtuigd om weer aan de slag te gaan. Samen met mijn vrouw Maddalena – zij zorgde voor de inrichting – maakte ik er Osteria Cellini van.”

 

Marco Cellini heeft nog steeds de Italiaanse nationaliteit, maar voelt zich op en top Maasmechelaar. “Wij groeiden samen met de Belgen op en werden door hen goed aanvaard. Ik denk wel dat het voor de eerste generatie een pak moeilijker was om geïntegreerd te raken. Weet je wie veel voor ons betekend heeft? Dré Steemans zaliger. Hij was een rasechte Belg, maar er moet Italiaans bloed door zijn aderen gestroomd hebben. Dat kan niet anders. Hij promootte de Italiaanse cultuur als weinig anderen.”

 

Wat Marco het mooiste stukje van Maasmechelen vindt? “Dat is niet één specifieke plek, maar de natuur. Ik heb dat van mijn ooms, die jagers waren. Ik ben zelf geen jager, maar ik ga wel dolgraag op zoek naar porcini (eekhoorntjesbrood, nvdr) om daar lekkere dingen mee klaar te maken. Je kunt er fantastische dingen mee doen. Gewoon op een bruschetta of in pasta, heerlijk. Ik bereid er ook coniglio alla cacciatora mee, konijn op jagerswijze. Een heel klassiek gerecht, maar zó smakelijk.” Een koksopleiding heeft hij nooit gehad. “Ik heb veel in de potten gekeken als mijn moeder kookte. Voor ze Da Lidia opende, kookte ze voor de mijnwerkers die zonder hun gezin naar België waren gekomen. Dat moest stevige kost zijn. Pasta met ribbetjes, bijvoorbeeld. Ze liet het vlees zes of zeven uur sudderen, tot het heel zacht was. Draadjesvlees. (lacht) Ik heb daar mijn eigen versie van gemaakt, pasta met ragout van ossenstaart. Er zijn nog andere gerechten van haar waaraan ik mijn eigen touch heb gegeven, maar altijd met respect voor haar recepten.”