Een personal trainer in een revalidatiecentrum vol kinesisten. Misschien een vreemd beeld voor ons, maar doodnormaal voor Johan. “Als PT heb ik één objectief: mensen helpen in het behalen van vooropgestelde fysieke doelstellingen. Daarom word ik als PT vaak ingezet op het einde van de revalidatieprocessen bij atleten om hun performance te verbeteren. Niet- atleten begeleid ik dan weer van begin tot eind. Voor beide is de doelstelling simpel: werken naar een betere fysieke gezondheid.
Is profvoetballer Mehdi Carcela een grotere uitdaging dan huisvrouw Rita? Allesbehalve voor Johan. “Ze boeien mij allebei evenveel. Ze zijn gemotiveerd en willen werken naar een doel. Uiteraard ben ik enthousiaster voor een persoon die al jaren met ‘iets’ zit, of een atleet die net die centimeter hoger wil springen, dan voor mannen die een plattere buik en bredere schouders willen, of vrouwen die voor strakkere billen en dunnere armen gaan. Maar ook dan geef ik alles tijdens mijn training.”
Topsporter of topmanager, Johan hanteert ‘functioneel trainen’ in zijn sessies, wat trainer-taal is voor ‘beter leren bewegen’. “Ons brein is als een computer. Het denkt goed te bewegen ondanks dat het een fout patroon gebruikt. Met functioneel trainen wissen we de foute patronen van onze hard drive en passen we de automatisering van hoe we bewegen aan. Daarbij maakt het niet uit of het om een gewone mens gaat of een topatleet.” Waar Johan het verschil maakt als personal trainer, is in zijn motivationeel kader. Daarvoor heeft hij veel te danken aan Lieven Maesschalck. Lieven is uiteraard gelauwerd als pionier in revalideren zonder te opereren en dan met name zijn eerste analyse. Wat echter vaak onopgemerkt blijft, is Maesschalcks talent om te analyseren wie de persoon is. “Daar heb ik heel veel van opgepikt. Mijn vader kon dat ook als geen ander. Is de persoon schuchter, onzeker of net overmoedig of arrogant? Dat bepaalt hoe ik die persoon coach. Hier zie je een duidelijk verschil in aanpak bij atleten en niet-atleten. Topsporters, dat zijn competitiebeesten. Die moet je pushen, confronteren met hun beperking en er soms een schepje bovenop doen. Dan gaan ze door een muur voor je. Bij niet-sporters kan je minder je stem verheffen (lacht). Dan ga ik voorzichtiger te werk. Minder op de tenen trappen en hen zelf laten inzien hoe het beter kan.”
Het intakegesprek, het psychologisch profiel opmaken en de coaching zijn bijna even belangrijk als het fysieke traject?
“Helemaal. Een atleet niet laten sporten, is zijn wereld van hem afpakken. De impact van out zijn is meer dan het fysieke. Dus tijdens een revalidatie mag het mentale aspect zeker niet vergeten worden.” De dag van vandaag komen ook tal van niet-sporters langs voor mentale revalidatie. Vaak zonder dat ze het zelf weten. Bij Johans praktijk is het bijna 50-50 fysieke en mentale revalidatie. “Sporten, diep gaan, dat maakt dingen in je los. Hoe vaak ik zo’n momenten heb met klanten, dat ze emotioneel worden, tranen laten of zaken delen waarvan ze zelf niet weten waarom ze het delen. Dan moet je correct handelen. Ik ben uiteraard geen psycholoog, maar op dat moment moet ik wel een ondersteunende rol spelen. Vaak is een luisterend oor al genoeg. Voor anderen is het een trigger om ook op therapeutisch vlak stappen te zetten.”
Johan helpt mensen dag in dag uit met revalideren en het versterken van hun fysieke en mentale weerstand. Hierbij speelt natuur een coachende rol. “Zowel voor revalidatie als op puur sportief vlak is buiten altijd beter. Of het nu even weg zijn is van die vier muren of gewoon de vitamines van de zon, zuurstofrijke lucht enzovoort in je opnemen. Natuur is altijd goed.” Natuur in Antwerpen? (Lacht) “ja, het is inderdaad niet zoals Maasmechelen. Als je kijkt naar bijvoorbeeld luchtkwaliteit, zijn de gezondheidsparameters hier niet bijster goed. Wanneer je dan op een hoeve, op de buiten kan sporten met mensen, zoals ik vroeger deed in mijn praktijk in Maasmechelen, merk je direct dat het op alle vlakken gezonder is voor de mensen. Daar moet je Limburg een heel dikke streep voor geven.”
Ook voor zijn persoonlijk revalideren vlucht Johan de natuur in om weer op krachten te komen. Tijdens het werk is dat een blokje om gaan, op vakantie bergtoppen opzoeken met zijn dochter of vriendin. “We leven in een maatschappij die druk is, waar alles vooruit moet gaan aan een verschroeiend tempo. Om daarvan te vluchten moet je de natuur in, alleen zo onthaast je. Ik waak daar sterk over. Ik ben altijd omringd door mensen. Om op te laden moet ik mij daarom afzonderen. Het moet stil zijn, op mijn tempo. De natuur is dan altijd het antwoord.”